7. Vervoer

Van de verhoging van de vaste voet van de bpm tot het vervallen van de bpm-vrijstelling voor de bestelauto en de korting op de motorrijtuigbelasting voor emissievrije auto’s. Ook op het gebied van vervoer brengt het Belastingplan 2025 de nodige wijzigingen en gevolgen met zich mee. Lees hier waar u op moet letten.

 

7.1 Verlening accijnsverlaging voor brandstof

De verlaging van de accijns op benzine, diesel en LPG die sinds 1 juli 2023 van kracht is, wordt verlengd tot eind 2025. Oorspronkelijk zou deze maatregel gelden tot 31 december 2024. Dit betekent dat automobilisten en bedrijven nog een extra jaar kunnen profiteren van lagere brandstofkosten. Vanaf 2026 komt deze accijnsverlaging volledig te vervallen.

 

7.2 Vervallen naheffing en teruggaaf veraccijnsde voorraad brandstof

De regeling voor de naheffing en teruggaaf van accijns op voorraad brandstof wordt afgeschaft. Deze regeling is van toepassing bij wijzigingen in de accijnstarieven en werd in het verleden al vaak niet van toepassing verklaard vanwege onuitvoerbaarheid.

 

7.3 Rode diesel

In het Hoofdlijnenakkoord is voorgesteld dat het gebruik van rode diesel in de landbouw opnieuw zou worden toegestaan. Toch is de herinvoering van rode diesel niet opgenomen in de huidige voorstellen.

 

7.4 Verhoging vaste voet bpm

De bpm (belasting van personenauto's en motorrijwielen) is opgebouwd uit twee delen: een vast bedrag (ook wel voet genoemd), en een variabel bedrag dat gebaseerd is op de CO2-uitstoot van het voertuig. Vanaf 2025 wordt de vaste voet van de bpm verhoogd met € 200.

 

7.5 Afschaffing speciaal bpm-tarief plug-in-hybrids

Vanaf 1 januari 2025 wordt de aparte bpm-tariefstructuur voor plug-in hybride voertuigen (PHEV's) afgeschaft. PHEV’s vallen dan onder de reguliere bpm-tabel, met lagere tarieven per gram CO2-uitstoot. Dit komt doordat de CO2-uitstoot van PHEV’s door nieuwe Europese richtlijnen realistischer gemeten wordt. Hoewel dit in eerste instantie kan leiden tot een lagere bpm voor sommige PHEV's, stijgt dit juist wanneer nieuwe voertuigen met een hogere CO2-uitstoot worden ingevoerd.

Deze wijziging leidt tot een stijging van de bpm met ongeveer €1.300 tot € 7.600 per voertuig. In 2027 wordt een verdere CO2-uitstootstijging verwacht, wat kan leiden tot een bpm van ongeveer €15.000 per voertuig.

 

7.6 Invoering tijdelijke tariefkorting emissievrije personenauto's

Emissievrije auto’s (volledig elektrisch of waterstof gedreven) zijn vanaf 2026 niet meer vrijgesteld voor de motorrijtuigbelasting. Wel komt er vanaf 2026 een tariefkorting van 25% op de motorrijtuigbelasting. Deze korting vervalt volledig in 2030. Het tarief voor emissievrije auto’s wordt dan gelijk aan dat van conventionele voertuigen.

 

7.7 Bpm vrijstelling bestelauto's

Vanaf 1 januari 2025 wordt de bpm-vrijstelling voor bestelauto's afgeschaft. Bestelauto's worden dan belast op basis van hun CO2-uitstoot, net zoals personenauto's. Dit betekent dat bestelauto's met een hogere CO2-uitstoot ook hogere bpm-kosten hebben, terwijl emissievrije bestelauto's nog steeds vrijgesteld zijn van bpm.

Tip! Wilt u nog gebruikmaken van de vrijstelling voor btw-plichtige ondernemers bij de aanschaf van een bestelauto? Bestel dan op tijd uw bestelauto, zodat u in 2024 nog gebruikmaakt van de vrijstelling!

Tip! De hoogte van de bpm op bestelauto’s is afhankelijk van de CO2-uitstoot. Als u uw bestelauto’s na 1 januari 2025 vervangt, is het dus fiscaal voordelig om deze te vervangen voor emissievrije bestelauto’s.

 

7.8 Definities voertuigen voor belastingen verduidelijkt

In Nederland werden de voertuigdefinities voor de belasting van personenauto's en motorrijwielen (bpm) en de motorrijtuigenbelasting soms anders geïnterpreteerd dan de definities in het kentekenregister. Dit kan leiden tot verwarring en onnauwkeurigheden bij de belastingheffing. Daarom worden de definities in de bpm en motorrijtuigenbelasting gelijkgetrokken met de officiële registratie in het kentekenregister.